Apatiet
De beste apatiet wordt geslepen. De rest wordt gebruikt in de industrie.
Apatiet is gewoonlijk groen, maar kan ook donkerblauw, bruin, grijs, paars, rood, wit, geel en kleurloos zijn. Het komt wijdverspreid voor en een vorm van apatiet is het belangrijkste bestanddeel van menselijke botten en tanden.
Apatiet wordt gemakkelijk verward met andere mineralen; de naam is afgeleid van het Griekse woord apatan, dat ‘bedriegen, verwarren’ betekent. Apatiet is een belangrijke, industriële fosforbron. Apatiet wordt zelden voor juwelen gebruikt, omdat het voor een edelsteen erg zacht is en snel zou krassen en beschadigen als gevolg van dagelijks gebruik. Maar door de kristallen zorgvuldig te slijpen komt de diepe kleur wel mooi tot uiting. Gewoonlijk worden de paviljoen- en kroonfacetten in een hoek van 40° geslepen. Soms worden ook trapslijpsel en ronde en ovale slijpvormen toegepast.
Vezelige blauwe apatieten uit Birma en Sri Lanka worden soms als cabochon geslepen om het bijzondere kattenoogeffect te onthullen.
Apatiet is niet alleen geliefd bij verzamelaars, maar wordt ook gebruikt in diverse industrietakken. Het is een belangrijke bron van het element fosfor en wordt gebruikt voor de fosfaten in kunstmest voor de landbouw.
TOEPASSINGEN VAN FOSFOR
Het fosfor wordt geïsoleerd uit het apatiet door dit met koolstof en siliciumoxyde (kwarts) in een elektrische oven te verwarmen tot 1500°C. Fosfor wordt gebruikt in legeringen, lucifers en bestrijdingsmiddelen.
Maar het belang van fosfor is veel groter dan deze praktische toepassingen. Fosfor in zuivere vorm is giftig, maar in de vorm van fosfaat is het een onmisbaar element in alle levende organismen. Calciumfosfaat (hydroxylapatiet) is een belangrijk bestanddeel van botten en tanden. Maar nog veel belangrijker is, dat fosfaat een essentieel bestanddeel vormt van adenosine-tri-fosfaat, kortweg ATP genoemd. ATP-moleculen zijn de energiedragers van alle stofwisselingsreacties bij planten en dieren. ATP speelt een essentiële rol bij alle celactiviteiten en dus alle activiteiten van planten en dieren: bewegen (samentrekken van spiercellen), groeien (celdeling), bloeien, zaadvorming, noem maar op. En ook als groene planten zonne-energie benutten voor de vorming van suikers, is ATP onmisbaar. Daarom is fosfaat een belangrijk bestanddeel van kunstmest soorten voor de landbouw.
VERWARREND MINERAAL
Omdat apatiet veel vormen en kleuren kan hebben, is het vaak aangezien voor een ander mineraal, vooral beryl, olivijn, kwarts en toermalijn. In al deze gevallen is de hardheid doorslaggevend; apatiet is veel zachter dan bijna alle mineralen waar het op lijkt.
Apatiet is oplosbaar in zoutzuur en mag alleen met gedistilleerd water en een zachte borstel worden gereinigd.
BEROEMDE EDELSTENEN
Een van de grootste apatietkristallen van edelsteenkwaliteit is een groene steen van ruim 700 karaat uit Kenya. In het Smithsonian Instituut in Washington DC is een apatietkristal van 500 karaat van de zeldzame paarse kleurvariëteit.
KENMERKEN
Apatiet behoort tot de groep van de fosfaten. Het is een calciumfosfaat, maar bevat ook fluor, chloor en hydroxyde (OH). De hoeveelheden chloor, fluor en hydroxyde zijn variabel, omdat ze elkaar kunnen vervangen. Er bestaan complete mineraalreeksen tussen de zuivere vormen chlorapatiet (Ca5[P04]3Ci), fluorapatiet (Ca5[P04]3F) en hydroxylapatiet (Ca5[P04]30H). Hydroxylapatiet vormt het belangrijkste bestanddeel van onze botten en tanden; botten bestaan voor ongeveer 50% uit hydroxylapatiet, tandbeen voor maar liefst 80% en tandemail voor zelfs 97%.
Apatietafzettingen bestaan gewoonlijk uit mengvormen. Apatietkristallen hebben een hexagonaal kristalstelsel. De grote apatietafzettingen bestaan echter uit een dichte massa van kristallijnen korrels; deze cryptokristallijne vorm van apatiet wordt collofaan genoemd. Collofaan bestaat gewoonlijk niet uit zuiver apatiet en bevat meestal kleine hoeveelheden kalk (calciumcarbonaat).
Hoewel de kleur van apatiet variabel is, is de streep op een ongeglazuurd, wit, porseleinen plaatje altijd wit. Dit betekent dat tot poeder vermaalt apatiet altijd wit is. De kleur van apatiet kan verbleken in fel zonlicht. In ultraviolet licht kan apatiet een gele fluorescentie vertonen.
Apatiet heeft een dichtheid van 3,2; dat betekent dat een apatietkristal ruim drie keer zo zwaar weegt als een gelijk volume water.
HERKOMST
Apatiet wordt gevonden in stollings-, sediment- en metamorfe gesteenten. Het wordt ook gevonden in pegmatieten en gesteenteanders van hyörothermale oorsprong.
Grote apatietafzettingen bevinden zich langs de zuidkust van Noorwegen tussen Lange-sund en Arendal. De grootste apatietafzetting ter wereld is op het Kolaschiereiland bij Kirovsk (Rusland). Grote apatietkristallen zijn gevonden in kristallijnen kalksteen in Ontario en Quebec (Canada).
EIGENSCHAPPEN
Groep: Fosfaten
Kristalstelsel: Hexagonaal
Chemische formule: Ca5(P04)3(F, Cl, OH)
Hardheid: 5
Dichtheid: 3,2
Splijting: Onduidelijk
Breuk: Schelpvormig tot oneffen
Kleur: Kleurloos (allochromatisch)
Streep: Wit
Glans: Glasglans
Fluorescentie: Geel